eind goed...

Ik zit op de luchthaven van Lissabon te wachten op mijn vlucht terug met Transavia naar Nederland, rechtstreeks naar mijn woonplaats Rotterdam, wel zo makkelijk. We vertrekken vanaf terminal 2, waar je met een bus naartoe wordt gereden.
De beide terminals staan los van elkaar; je loopt niet, zoals op Schiphol, gewoon van de ene naar de andere. Het is trouwens dezelfde vlucht die Xander en ik eind oktober hadden. Als alles goed gaat, zullen we rond 22:30 in Rotterdam landen.
Terminal 2 is een complete ramp, ook nu weer. Veel te klein, met honderden mensen op de oppervlakte van een bescheiden formaat sporthal. Velen moeten staan, want zitplaatsen zijn er veel te weinig. Wie dat niet volhoudt - je moet immers liefst tijdig aanwezig zijn - nestelt zich op de grond tegen de muur. Als er voor een vlucht kan worden ingestapt, komen er ineens tientallen stoelen vrij, en moet je als staand persoon snel een plekje zien te veroveren. Maar probeer er maar eens doorheen te komen; de instappers blokkeren in een lange rij elke doorgang. Iets eten of drinken, vooral dat laatste is niet onbelangrijk, is vrijwel onmogelijk: het is dringen en persen voordat je bij een toonbank bent, die eetgelegenheid is ook barstensvol, en vrijkomende tafels opruimen en schoonmaken zit er meestal niet in. Het is misschien een luxeprobleem, maar helemaal ongevaarlijk als er iets gebeurt volgens mij zeker niet. Als de vlam in de frituurpan slaat, zullen er meer mensen gewond raken doordat ze in de paniek worden vertrapt en verdrukt, dan door de vlammen. Nou ja, geen prettig idee, zeker, maar het moet me even van het hart. Ik denk altijd maar: kleine kans dat ik er dan toevallig ben. En zo is het ook, ter geruststelling!
Vanochtend ben ik met de bus van 8:25 van het bekende bedrijf Rede Expressos 
vanuit Figueiró zonder overstappen naar eindhalte Lisboa Sete Rios gereden. Weer eens wat anders dan eerst naar Coimbra en dan per trein verder. En ook voor de bus geldt: senioren, d.w.z. 65 jaar en ouder, reizen voor half geld. Mooi meegenomen, lucky me. 
Rede Expressos exploiteert interlokale buslijnen op een manier die anders is dan wij meestal in Nederland aantreffen: een route van A naar B met onderweg in elke stad of elk dorp een of meer haltes waar kan worden in- en uitgestapt. In Portugal is het dikwijls non-stop één à twee uur rijden, zo mogelijk gewoon over de snelwegen. Het interieur is dat van een luxe touringcar, met veel ruimte voor bagage onderin.
Je gaat ook niet op goed geluk naar een halte en stapt zomaar in. Van tevoren koop je (online of aan het loket) een ticket met daarbij een gereserveerde stoel. Vol is vol, staanplaatsen zijn er niet. Ik heb wel gemerkt dat bij grote drukte soms een tweede bus op hetzelfde traject wordt ingezet. Daarmee is het een goed alternatief voor de trein, i.h.b. voor plekken waar de spoorwegen niet komen.
Veel wat grotere busstations zijn overdekt, zo ook Sete Rios. Je vindt er een aantal verschillende perrons, schermen met aankomst- en vertrektijden, en ook nog een soms moeilijk verstaanbare omroepstem om dat allemaal te ondersteunen. 
Op jouw ticket staat het stoelnummer (lugar) en ook het busnummer (viatura). Dat laatste zie je ook weer terug ergens aan de voorkant van de bus, zoals op de foto, of op een papier op de voorruit. Handig, want een bus die als bestemming aangeeft Braga gaat soms eerst naar Porto waar jij toevallig moet zijn. Aan het busnummer op je ticket kun je zien dat je die inderdaad moet hebben.
Hieronder zie je het netwerk, in het Portugees a rede (vandaar), van Rede Expressos.
Er zijn, in een samenwerking met andere maatschappijen, veel verbindingen van en naar Spanje.
Na de bus reed ik vanaf Sete Rios met de trein naar station Lisboa Oriente
om nog even langs de Taag te wandelen. Eind van de middag meldde ik me hier op het vliegveld.

Ik kan nog wat andere dingen vertellen van de afgelopen weken hier die niet zo passen in de eerdere verhalen.
Afgelopen zaterdagavond was ik uitgenodigd te komen eten op de camping Quinta da Fonte (klik op deze tekst voor de website) van Jolein en Liedewij.

De camping ligt in het minidorpje Fontainha, waarvan beide dames nu de enige inwoners zijn. Ik geloof dat ze er zo langzamerhand ook alle huizen in bezit hebben.
Meestal zijn er zo'n 15 à 20 mee-eters. Nu in het voorseizoen hebben ze alleen in de weekenden gasten en vormden we een gezelschap van 7 personen: een Brit, wat ouder dan ik, die al tijden in Figueiró woont, een Portugese van in de 30 die iets als paleontologie doceert in Coimbra, en twee Franse studenten in dat vak, begin 20, die hier in de buurt zijn voor onderzoek, met hun vriend/vriendin. Ze bleven tot maandag en gingen zondag onderzoek doen bij Dornes, die landtong in de rivier Zêzere waar ik ooit mijn allereerste Portugese nacht heb doorgebracht. De studenten spraken Frans, weinig Engels maar verstonden het deels wel, de docente Portugees, Frans, maar ook goed Engels, en de Brit tenslotte voornamelijk Engels. Dus de conversatie verliep voor het grootste deel in die taal, met soms wat Frans er doorheen. Het was wel even schakelen af en toe. Maar wat een leuk groepje mensen. We zaten nu binnen in de bar, een prima plek voor zo'n relatief klein aantal eters.
En wat had Liedewij weer heerlijk gekookt: een soort visballen vooraf, formaat gehaktbal, daarna een Mexicaanse schotel met allerlei groenten, rijst, vlees, guacamole en nachos, en toe cake met ijs en aardbeien. 
Al rondkijkend op internet vond ik een blog waarop Jolein en Liedewij geregeld verslag deden van hun leven op de camping; leuk om een indruk te krijgen. Hier klikken: Saudades de Portugal.
Ik was op m'n nieuwe fiets. Het laatste gedeelte, vanaf Carapinhal naar de camping, is alleen omlaag, dus dat is zo'n 10 minuten enkel remmen.
's Avonds tegen tienen terug kon ik het eerste stuk, nu dus omhoog, te steil om te fietsen, meerijden met de Brit in zijn bestelbus waar de fiets gemakkelijk in kon. De rest naar huis was prima te rijden, geen geklim meer. Het was, zoals altijd bij Jolein en Liedewij, een heel mooie avond. Een in alle opzichten fantastische plek daar, waarmee ik niets teveel zeg.
Ik was in de afgelopen weken al een paar maal eerder langs de camping gereden. Bij een van die bezoeken stond er een fles champagne op tafel en kreeg ik ook een glas. Waarvoor dat was? Jolein en Liedewij waren 21 jaar getrouwd. Ze traden in de echt, zoals dat heet, op 1 april 2001, om 01:00 uur. Vanaf die datum kende Nederland namelijk het homohuwelijk, officieel de openstelling van het burgerlijk huwelijk voor partners van hetzelfde geslacht. De toenmalige Amsterdamse burgemeester Cohen trouwde om middernacht de eerste vier homoparen in het stadhuis in het centrum. Een uur later waren Jolein en Liedewij in Amsterdam West het 5de paar in Nederland, en dus in de hele wereld. 
Ik had al eens, omdat ik toevallig in de buurt was en uitgenodigd werd, hun 12½ jarig huwelijksfeest bijgewoond, in 2013, iets vervroegd naar de zomervakantie. Bekijk hier die gebeurtenis.
Allemaal bijzonder genoeg om even apart te vermelden. En oh ja, het was goede champagne.
Liedewij
Jolein
Omdat bewegen goed en gezond is, heb ik dat, net als in Nederland, ook hier elke dag gedaan: wandelen en fietsen. En wat dat laatste betreft, ik ben blij nu zelf twee goede mountainbikes te hebben. Ze krijgen trouwens een plekje in de schuur.


Natuurlijk moet je af en toe een stuk lopen. Alleen de echte diehards trappen coûte que coûte tegen iedere heuvel op. Maar dat lopen valt in de praktijk reuze mee. En als je dan daarna weer naar beneden mag, is dat natuurlijk heerlijk. Ook lekker om even de wind te voelen en af te koelen van het klimmen daarvóór. Ik heb weer een aantal nieuwe weggetjes gevonden die mooie routes mogelijk maken. Je rijdt door kleine gehuchtjes waar het vredig en stil is.

En altijd geldt: je komt zelden iemand tegen, heel de natuur is alleen voor jou.






Mij viel al wandelend en fietsend op dat wegbeheerders op verschillende plekken bomen direct naast het asfalt aan het omkappen en ruimen zijn.

Zo wordt deze van oorsprong tweebaansweg een beide kanten uitgebreid met een nog eens zo breed stuk onbegroeid dus kaal land. Dat maakt het bij een bosbrand voor het vuur extra moeilijk de weg over te steken en aan de andere kant lekker nietsontziend voort te razen. Hopelijk blijft ons een ramp zoals die in juni 2017 hierdoor bespaard.
Een oud-collega van me, die geregeld in Frankrijk komt, vertelde me dat het daar ook wordt gedaan. Brandveiligheid is mooi, maar slechts een - gelukkig positief - bijproduct, zo hield hij me voor. Het zou enkel en alleen om de centen gaan, de opbrengst van het hout. Het draait dus toch weer eens niet om God, maar om de Mammon.
Ik heb ook dit keer uitgebreid gewandeld door mijn eigen dorp Figueiró dos Vinhos. Vooral het oude historische gedeelte tegen de heuvel aan, met z'n smalle straatjes, is prachtig en heel fotogeniek. Maar ook nieuwere gedeeltes hebben zeker hun charme.





busstation en kerk
busstation
kerk met muziektent
winkelstraat
torre da cadeira, voormalige gevangenis
kerk met muziektent
gemeentehuis en kerk
park
Chinese winkel
huis van schilder José Malhoa (1855-1933)
parkje
Op een dag had men op veel plekken een papier geplakt waarop het overlijden van een plaatsgenoot werd aangekondigd. Wie hij was, weet ik niet. Opvallend vond ik het wel. Zelfs buiten het dorp op lantarenpalen. Een plaatselijke beroemdheid, of weldoener?
Ook deze drie weken kwam ik weer geregeld bij de Intermarché in Figueiró. Het gemak alles in één keer te kunnen kopen en een grote keuze te hebben, wint het van andere overwegingen. En het blijft zo dat je ook in zo'n supergigant je ogen uitkijkt vanwege de vele producten die wij in Nederland niet (op die manier) kennen. Je vergaapt je aan zaken die in Nederland helemaal niet in een supermarkt verkocht mogen worden, zoals sterke drank. Het blijft een vreemd gezicht: whisky, rum en wodka pal naast de wasmiddelen, de rijst of de tandpasta. 



Je kunt zelfs buiten tegen de gevel aan de was doen, terwijl je binnen aan het shoppen bent of iets nuttigt in het kleine restaurantje in de hal.
Ik plaatste mijn fiets er vlak naast.
Veel meer supermarkten dan in Nederland hebben geen of beperkt voorverpakt vlees, maar een slagerij in huis. Je zegt wat je wilt hebben, of wijst het aan, noemt de hoeveelheid, het gewicht, en het personeel snijdt het voor je af. Ook deze Intermarché doet daaraan. Verse vis idem dito. Anders dan bij ons dus.
Er is ook een bemande kaasafdeling. Meer voor advies, want een afgesneden stukje kaas kopen zoals in Nederland, kent men hier nu juist weer niet.
Losse voorverpakte plakken kun je kopen. Verder is het altijd een heel kaasje, van groot tot vrij klein. Dat op de foto is zeker niet het allerkleinste.

Genoeg voor nu. Hier in Lissabon gaat het instappen voor vlucht HV5244 naar Rotterdam beginnen.
Dat is echt het laatste deel van deze reis naar Portugal. Als ik over een paar uur veilig ben geland en weer thuis ben, kan ik aan de titel van dit item het restant toevoegen: eind goed... al goed.