weer thuis

Vanavond zijn Xander en ik met onze vlucht HV5244 van Transavia veilig en mooi op tijd geland op Rotterdam The Hague Airport. 

Ik verspreek me nogal eens en heb het dan als geboren en getogen Rotterdammer over Zestienhoven, de naam die refereert aan de gelijknamige polder en die het 'vliegveldje' bij de aanleg in 1956 kreeg.
De laatste paar dagen waren we in Lissabon, in het hotel bij het Parque das Nações waar ik eerder geweest ben: Olissippo.


Behoorlijk luxe, mooie kamers, groot ontbijt
(voor de liefhebber zelfs met een glas champagne, hadden wij toch geen zin in), handige ligging vlak bij de Taag en bij het OV, kortom twee dagen verwennerij. 
We kwamen hier donderdagavond aan. Die ochtend gingen we opnieuw vanaf mijn huis in Figueiró met de bus naar Coimbra en van daar met een regionale (=stop)trein naar Entroncamento.

Pal naast het station staat het spoorwegmuseum, het Museo Nacional FerroviárioOok daar, bij de wandeling erheen, en van het ene deel van het museum naar het andere, was het een enkele keer de rails oversteken. Gewoon goed kijken, links, rechts, nog eens links. Ik blijf me daarover verbazen: dat dat daar kán. Van het pad op de foto waar de voetganger loopt, maken Xander en ik ook gebruik.
Wanneer je het museum met de trein bezoekt, zoals wij, krijg je nog reductie ook. Ik meen me te herinneren dat onze toegangsprijs daardoor werd teruggebracht tot €1,25 p.p. En dan mogen we daarvoor ook nog onze bagage in het kassahok neerzetten.  
In het museum is veel te zien,
voorwerpen, oude dienstregelingen, lampen, onderdelen van stoommachines, en een grote verzameling oud materieel, veel stoomlocomotieven.

Eind van de middag hebben we de intercity naar onze bestemming vandaag, Lisboa Oriente en het Olissippo Hotel.
Na het inchecken slenteren we langs de Taag die op die plek zo'n 10 km breed is.


Omdat ik jarig ben, trakteert Xander op eten bij een restaurant dat luistert naar de naam D'Bacalhau



Drie keer raden naar hun specialiteit. Let ook even op de prijzen van de meeste hoofdschotels.
Dat is smullen, en kan het Portugeser?
Gisteren, vrijdag, een hele dag op pad in Lissabon. Met de metro rijden we naar het Parque Eduardo VII met het mooie uitzicht, 
en het beeld van de Colombiaanse kunstenaar Fernando Botero: moeder met kind.
We wandelen de heuvel af, richting de Taag, en passeren het standbeeld van de Markies van Pombal.
Over de rol die hij speelde in de grote aardbeving van 1755 kun je lezen in mijn item Terramoto de 1755
We drinken koffie, genieten van vergezichten,
en gaan lunchen ergens daar in de buurt.
Ik krijg zelfs nog verlate verjaardagstelefoon uit Nederland.
Er valt een lichte regen die later in de middag overgaat in plensbuien. We schaffen twee degelijke paraplus aan.
Maar eerst zijn we nog in de botanische tuin met een keur aan bomen en planten.

We wandelen terug via smalle straatjes en pleintjes die ons soms een beetje aan Parijs doen denken,
zo lokaal, zo helemaal niet de grote stad.
Na een glas bier tijdens het happy hour op het Rossioplein, weten we een van de restaurants van ons vorige bezoek aan de stad terug te vinden, net voorbij de kathedraal, heel traditioneel, echt Portugees: Rio Coura.


Tenslotte vandaag, zaterdag. Omdat we pas eind van de middag vliegen, hebben we genoeg tijd om nog een bezienswaardigheid te doen: het tegelmuseum, officieel het Museu Nacional do Azolejo. Vanaf station Santa Apolónia wandelen we er naartoe.
Ook weer zeer de moeit waard, een overzicht van deze al eeuwen oude en heel Portugese traditie. We kijken onze ogen uit. Opvallend: tassen, rugzakken en onze grote paraplus mogen gewoon mee naar binnen.
Ja ga er nou niet vóór staan.
Dat's beter.
Heel indrukwekkend is ook een enorm en meters lang tableau met een gezicht op Lissabon, vóór de grote en verwoestende aardbeving van 1755.
Als je dichterbij komt, herken je sommige bouwwerken, zoals de Torre de Belem.
In de regen wandelen we terug naar de stad. Ook nu weer weten we een traditioneel Portugees restaurant te vinden om iets te eten: Adega do atum, aan de Rua dos Bacalhoeiros. 
Maar buiten zitten zoals op deze foto was er nu helaas echt niet bij.
We gaan met de metro terug naar het hotel om onze bagage op te halen en reizen dan door naar het vliegveld.
We moeten naar terminal 2, vrij klein, heel druk. Wat zijn wij blij dat we al iets in onze maag hebben. Eten is totaal onmogelijk, alles zit bomvol.
Omdat we de terugreis apart hebben geboekt, blijken we niet meer naast elkaar te kunnen zitten. Ongezellig, maar dan maar niet. Op tijd stappen we in en gaan de lucht in. Over zo'n drie uur zijn we thuis en is de vakantie echt voorbij.

Reacties