eerste hulp, maar zeker niet de snelste

Gistermorgen in Coimbra aten we pasteis de nata bij de koffie. Gisteravond weer thuis, wilden we pasteis de bacalhau maken, zeg maar gefrituurde viskroketten. En toen gebeurde het.

Eerst rolde er een fles witte wijn uit de koelkast en kwakte op de stenen keukenvloer, gebroken natuurlijk in, bij wijze van spreken, duizend stukken glas. Heel vervelend als je gewend bent daar op blote voeten te lopen. Dat werd heel goed schoonmaken, nog eens vegen, nog eens stofzuigen. Om maar niet te spreken over het verlies van de wijn.
Een half uurtje later een ongelukje met de frituurpan, een paar druppels kokende olie op m'n rechterhand. Snel in water, afkoelen, urenlang. 'Brandwonden' zoeken op internet, proberen te ontdekken welke ik heb, adviezen lezen. Ik zal mijn bloglezers de foto's die ik van m'n hand maakte besparen. En toch, de schade viel zo te zien mee, het kan natuurlijk altijd erger, dus daarmee stelde ik me maar tevreden. Gelukkig kon ik vannacht wat slapen. En dan vanochtend meteen naar de eerste hulp.
Dus lopen we naar Figueiró en naar het Centro de Saúde, op werkdagen geopend van 08:00 tot 18:00 uur.
Ik ben er dikwijls langs gekomen, er nooit binnen geweest, gelukkig. Paul en Josephine, die geregeld in juni in mijn huis logeren, wel, 5 jaar geleden inmiddels. Hier is hun relaas te lezen
Daaraan moet ik denken nu we er zelf binnen stappen.
Engels spreken kun je hier wel vergeten, zo lijkt het. Zal mijn kennis van het Portugees voldoende zijn en me hier kunnen helpen?
Zoals ik vaker heb meegemaakt, meldt zich weer eens een reddend engeltje op m'n schouder: wie schetst Xanders en mijn verbazing als we in de wachtkamer Liedewij aantreffen, van camping Quinta da Fonte. Een last valt van me af, want zij spreekt behalve Nederlands ook heel goed Portugees. Daarbij vergeleken ben ik een nul, nou ja vooruit bijna een nul.
De receptie wordt bemand door nietsnutten, die allang ontslagen zouden zijn als ik het hier voor het zeggen zou hebben, is Liedewij's mening. Als zij zelf iets mankeert, negeert ze beide personen, loopt gewoon regelrecht naar de behandelkamers en meldt zich zodra er een deur open gaat. Dus zo handelen wij ook. Maar de verpleegster stuurt ons toch eerst naar de receptie om mijn gegevens op te nemen. Ik heb bij me en leg op de balie mijn ID-kaart, Portugese belastingkaart (je weet maar nooit waar die goed voor is), en mijn verzekeringspasje van Zilveren Kruis, speciaal voor het buitenland. 
En dan begint het wachten, het duurt, het duurt lang, nog langer. Je zult toch maar écht iets mankeren... 
Er is een misverstand over het adres: "Nee, hier in Portugal is een vakantiehuis", legt Liedewij uit, "de woonplaats is Rotterdam". 
"Oh ja". 
En dan... "Rotterdam, welke regiãu is dat?" 
Regio? Doen wij niet aan. 
"Dan maar Zuid-Holland", is Liedewij zo slim te antwoorden. 
Tik, tik, tik gaan de toetsen van de computer weer. 
'Localidade' moet dan worden ingevuld. 
Wij roepen uiteraard in koor "Rotterdam". 
Maar hoe kan dat nou, die naam staat toch al op de regel voor 'stad'? 
En zo gaat de verwarring nog een tijdje door. 
Mijn verzekeringspasje wordt uitgebreid bestudeerd, voorkant, achterkant, weer de voorkant. De mevrouw loopt weg om te overleggen met een collega. Op dat moment komt de verpleegster langs en ze dirigeert me naar een behandelkamer om de hoek. Met een steriele naald en veel ontsmettingsmiddel drukt ze de grootste blaren leeg, dekt ze af met gaas, draait verband om hand en twee vingers, en schuift daar een elastisch kousnetje overheen om de boel op z'n plaats te houden. Niet meer dan 5 minuten werk. De zuster vertelt en legt uit, Liedewij vertaalt. Ze besluit met "maandag terugkomen". 
Nu nog even afrekenen bij de receptie. De meeste patiënten betalen een paar euro, krijgen op een A4'tje een rekening uit de printer, waar dan, lekker handig, de onderste paar centimeters van moeten worden afgescheurd voor het eigen archief van het centrum. Die strookjes komen misschien wel in een van de ordners die ik verderop zie liggen, op een heleboel losse papieren. Mijn behandeling is trouwens gratis. Komt dat door dat verzekeringspasje van Zilveren Kruis? Wie weet krijg ik daarover ooit nog bericht als ik weer in Nederland terug ben. Ik ben heel benieuwd. en anders was de behandeling op kosten van de Portugese belastingbetaler, waarvan ik er zelf ook een ben.
Als dank trakteren we Liedewij op koffie en koek in het café schuin aan de overkant, naast de brandweerkazerne.
Dan nemen we afscheid. Vanavond zullen we haar en Jolein weer zien als we bij hun op de camping gaan eten. Er komen 23 gasten, twee tafels vol. Gezellig, dat is nu al zeker.
Om de rest van de ochtend een plezierige draai te geven, wandelen we nog een stuk door Figueiró, langs de uitkijkpost van de brandweer bovenop de heuvel, 
langs het oude kerkje dat daarboven ook staat, 
en tenslotte langs de supermarkt voor nog wat boodschappen.
In het volgende bericht vertelt ik over het eten vanavond bij Quinta da Fonte. Want vanmiddag houden we thuis verder een rustdag. Het is mooi geweest voor dit moment.

Reacties