’t
Is twaalf en een half jaar vandaag
wat een feest, wat een feest, t’is feest.
We vieren ’t allemaal zo graag:
jullie huwelijksfeest.
wat een feest, wat een feest, t’is feest.
We vieren ’t allemaal zo graag:
jullie huwelijksfeest.
Zoiets zongen wij als kinderen in Rotterdam. Dit was
volgens mij het refrijn, de rest van de tekst weet ik niet meer.
Hoe dan ook: vanavond werd dit heugelijke feit van Liedewij en Jolein van
camping Quinta da Fonte uitgebreid gevierd. Op hun thuisbasis in Fontainha. Met
veel familie uit Nederland, vrienden, kennissen, de vrijwilligers die er altijd
werkzaam zijn.
Ik had rond 6 uur mijn huis verlaten voor de wandeling erheen. Het is deze
dagen schitterend weer, bloedheet, in de zon geeft mijn thermometer 47 graden
aan en in de schaduw 38, en dan blijft het ook ’s avonds warmer dan normaal. Ik
kon gewoon in korte broek en overhemdje en hoefde voor de terugweg geen trui of
iets dergelijks mee te nemen. Wel een zaklantaarn. Op een groot deel van de
route is geen verlichting. En hoewel het ook dan nooit aardedonker is, is een
lampje bij de hand af en toe handig, ook veiliger als je bedenkt dat meer dan
de helft van de route onverhard is. Heen was het natuurlijk nog gewoon volop
licht. En daar ergens in de verte is het:
Veel feestgangers waren er al of druppelden na mij binnen.
Eerst zetten de
ouders van Liedewij het Lang zullen ze
leven in.
Toen kon het buffet beginnen.
Met een keur aan warme en koude schotels, met pasta, couscous, vlees en vis, er was brood, fruit, chocoladecake toe.
De meeste aanwezigen waren Nederlanders. Veel tijdelijk, dus op vakantie, een
aantal woont permanent hier in de buurt in Portugal. Sommigen daarvan wisten
van het bestaan van Paul en Sean, al hadden zij hen nooit ontmoet.
Ik sprak langdurig (in het Engels) met een jong echtpaar, hij Portugees, zij Zweeds, met hun vierjarig dochtertje, mensen uit Carapinhal, een dorp hier ook vlakbij, die lange tijd in Londen hadden gewoond en toen nog een tijdje in Guimarães, in het noorden. Altijd handig, zo’n contact.
Er was ook een dj, een jonge knaap met z’n vader, die cd’s draaide; muziek passend bij de wat oudere (mijn) generatie. Leuk.
Ik sprak langdurig (in het Engels) met een jong echtpaar, hij Portugees, zij Zweeds, met hun vierjarig dochtertje, mensen uit Carapinhal, een dorp hier ook vlakbij, die lange tijd in Londen hadden gewoond en toen nog een tijdje in Guimarães, in het noorden. Altijd handig, zo’n contact.
Er was ook een dj, een jonge knaap met z’n vader, die cd’s draaide; muziek passend bij de wat oudere (mijn) generatie. Leuk.
En er werd op gedanst.
En toen de terugtocht naar huis. Zodra je ogen aan de duisternis gewend zijn,
heb je geen zaklantaarn nodig. De weg, die wat stoffig en daardoor vrij licht
van kleur is, strekt zich als een vaag en bleek lint voor je uit. Alleen als in
de verte een eenzame lantaarnpaal opdoemt, of wanneer er wat licht van huizen
komt, ‘verblinden’ die min of meer je zicht en moet je de weg met de
zaklantaarn bijlichten. Ook als je door een stuk dicht bos loopt waar hemel- en
sterrenlicht niet doordringen. Een prachtige wandeling door de schitterende
natuur, en heerlijk koel, zo richting huis en middernacht.
Reacties
Een reactie posten