Altijd leuk om overheen te lopen,
te kijken of er nog een koopje voor jou bij is, te ervaren wat de bewoners van
een dorp of streek zélf kopen en gebruiken: een markt. Er zijn er hier in de
buurt heel wat.
In Figueiró dos Vinhos is het elke zaterdag marktdag. Het dorp heeft een enorme
markthal en daar strijken iedere zaterdagmorgen tientallen kooplieden neer en
spreiden hun waren uit. Er zijn groenten, fruit, vlees,
vis, keukenartikelen, landbouwgereedschappen, kleding, schoenen, bloemen, planten,
struiken, en levende have zoals kippen, eenden, duiven en ga zo maar door te
koop. Een regionaal gebeuren, want veel bezoekers komen niet alleen uit het
dorp zelf, maar ook uit de wijdere omgeving. De ochtend is de beste tijd om de
markt te bezoeken. Dan is het het drukst en is iedereen volop in touw. In de
loop van de middag zijn de meeste kopers weg en vertrekken dus ook de handelaren.
Afgelopen weekend werd het feest gevierd van São Pantaleão met allerlei bijzondere
activiteiten en festiviteiten.
Ter
gelegenheid daarvan was er ook nog eens twee dagen, namelijk vrijdag én
zaterdag, een dubbel zo grote markt, met
extra kramen in de straten rondom de markhallen.
Ik heb me laten verleiden tot het
kopen van een paar schoenen, een echt merk, en maar €25.
De dorpen rondom ons hebben ook
markten, meestal wat geringer in omvang. De bekendste bij mij in de buurt: zondagmorgen
Pedrogão Pequeno en maandagmorgen Pedrogão Grande. De markt in Pequeno, ook in
een martkhal trouwens, is, de naam zegt het al, vrij klein, die in Grande...
inderdaad.
Elke voorlaatste zondag van de maand
is er een rommel- en antiekmarkt in Lousã, zo’n drie kwartier rijden van hier.
Ik ga daar maar één maal per jaar naar toe, eenvoudigweg omdat ik er de
meeste voorlaatste zondagen van de maand niet ben. In de zomer, wanneer mijn verblijf
hier zich over een langere periode uitstrekt zoals nu, lukt dat wel. En dus
bezocht ik vanmorgen die markt, op het plein vóór de igreja matrix.
Nogal wat verkopers zijn
buitenlanders, meestal Britten. De markt is dus ook, misschien vooral, een
sociaal gebeuren: men ziet en spreekt elkaar weer eens. Deze maand was er niet
zoveel te beleven, in die zin dat het aanbod nogal tegen viel. Dat wisselt
natuurlijk sterk. Dat geldt voor wat de handelaren in huis hebben immers niet
anders. Verder is gewoon dat te koop waar mensen op dat moment vanaf willen. Dat
kan van alles zijn. Soms zijn er ook meubels te koop, of serviezen. Dit maal alleen
wat klein spul en als altijd boeken. Er was niets van mijn gading bij, helaas.
Deze markt lijkt op die in Miranda do Corvo, daar vlak in de buurt, elke laatste zondag van de maand, komend weekend dus. Er zijn op beide markten veel dezelfde handelaren te zien net als veel dezelfde bezoekers trouwens. Na wat ik gisteren in Lousã zag, denk ik erover deze maand in Miranda maar over te slaan.
Nog een bijzondere markt wil ik
noemen, die in Bolhão, in Porto. Ook te vinden in een markthal, vlak naast het
gelijknamige metrostation. Hier kun je voor je dagelijkse boodschappen terecht,
in een zeer schilderachtig decor.
Maar ‘schilderachtig’ voor de
toerist, betekent in veel gevallen een ramp voor de betrokkenen. De hal is in
niet zo’n beste staat, geld voor renovatie is er niet, en het is, als ik het
goed heb gegrepen, dus nog maar de vraag of de markt op de huidige locatie kan
blijven bestaan.
En nu ik toch bezig ben, nog
ééntje: op zaterdagmorgen is er een heel grote rommel- en antiekmarkt in Porto,
op de kades langs de rivier de Douro in de buurt van de Ponte do Infante.
Ook hier geldt weer: de ene week zou je de hele markt wel leeg willen kopen, de andere week is er geen artikel dat je zelfs maar cadeau zou willen krijgen. De enige remedie hiertegen is: vaak gaan, dikwijls kijken, profiteren van de zaterdagen die wat opleveren, niet treuren om de bezoeken aan de Ponte do Infante die achteraf gezien voor niets waren. Maar ja, dat is ons toeristen niet gegeven.
Ook hier geldt weer: de ene week zou je de hele markt wel leeg willen kopen, de andere week is er geen artikel dat je zelfs maar cadeau zou willen krijgen. De enige remedie hiertegen is: vaak gaan, dikwijls kijken, profiteren van de zaterdagen die wat opleveren, niet treuren om de bezoeken aan de Ponte do Infante die achteraf gezien voor niets waren. Maar ja, dat is ons toeristen niet gegeven.
Reacties
Een reactie posten