een dag in Alfama

Vandaag zwerven we de hele dag door Alfama, de oudste wijk van Lissabon. Middenin die wijk verdwaal je gegarandeerd, zo'n wirwar van nauwe steegjes tref je er aan. Wij blijven op de wat grotere straten daar omheen en dan is de weg vinden een koud kunstje.
Eerste pleisterplaats: de kathedraal, de Sé, een afkorting van sedes epescopalis, bisschoppelijke zetel.

Op deze plek stond ooit een moskee; in 714 viel Lissabon in handen van de moren. Ruim 400 jaar later veroverden christenen de stad en werd de Sé hun eerste kerk.
Achter de kerk zijn belangrijke opgravingen aan de gang: 

een complete straat uit de Romeinse tijd is blootgelegd.
Voor de kathedraal langs glijden de bekende trammetjes voorbij, 

in verschillende kleuren.
En meestal stampvol. Daar kan geen mens meer bij. 
Ook veel tuktuks trouwens, een soort bromfiets met een huisje er omheen.
Ze zijn er in alle soorten en maten.
Volgende stop: het Santa Luziakerkje en het bijbehorende uitzichtpunt.


We lopen verder richting de São Vicente de Fora, wij zouden zeggen St. Vincentius buiten de muren. St. Vincentius is de patroonheilige van Lissabon.
Aan de zijkant is een hof, een beetje in Italiaanse stijl.
Het is er heerlijk toeven.
Vlak achter deze kerk ligt het Panteão Nacional, ofwel de Igreja de Santa Engrácia. 
Een kerk dus, uit 1683, die in 1916 laatste rustplaats van Portugese helden werd.
Hier sta ik naast Amália Rodrigues.
Maar ook topvoetballer Eusébio is present, uiteraard van recenter datum, in hoogst eigen persoon, eh...lijk.
Na een eenvoudige lunch in een heel leuk en heel lokaal café wandelen we richting het Castelo de São Jorge, dat zo'n 110 meter boven de stad uit torent en schitterende vergezichten oplevert.  
Al rond 700 v.C. kozen Kelten deze plek als vestigingsplaats. Later kwamen de Romeinen en de moren. Vanaf de 13de eeuw gebruikten Portugese koningen de vesting. 
Ook dit kasteel had erg te leiden van de aardbeving van 1755. Een grondige restauratie, historisch weinig authentiek volgens mensen die het kunnen weten, was er pas in 1930. 
Nog een beurt kreeg het kasteel rond 1998, voor de wereldtentoonstelling Expo98. Al met al, het uitzicht is er niet minder om.
Als we alles grondig hebben bekeken, is het tijd om naar het hotel terug te gaan. Veel sneller dan we boven zijn gekomen, zijn we weer beneden. 
Even opfrissen, dan een koel glas bier op het Rossioplein, het is nog happy hour dus lucky us, en vervolgens heerlijk Portugees eten.

Reacties