het koninkrijk Portugal

Portugal was zo'n 800 jaar een monarchie. Lang niet iedereen weet dat. Bij de oktoberrevolutie in 1910 eindigde die periode, maar wie van de nu nog onder ons levenden uit die tijd (zo goed als niemand dus) kan zich dat nog bewust herinneren? Over de laatste stuiptrekkingen van het Portugese vorstenhuis heb ik wel eens iets geschreven toen ik vertelde van mijn korte verblijf op het koninklijk jachtslot Buçaco, nu een hotel.
Hier is mijn bezoek aan Buçaco terug te vinden.
Dit keer in mijn blog, in een notendop, een beetje van de geschiedenis van Portugals koningen.

In de 11de eeuw was het Iberisch schiereiland nog in handen van de Moren, Moslims die in de 8ste eeuw Spanje waren binnengevallen en grote delen van dat land en het zuiden van wat nu Portugal is bezet hielden. Alleen de noordelijke streken Galicië, Asturië, Cantabrië en Baskenland waren niet onder de voet gelopen.
In de 9de eeuw begon de zogeheten Reconquista, de herovering. Het lukte een aantal Christelijke koninkrijkjes de indringers van hun gebied te verjagen. Het zou in totaal zo'n 800 jaar duren, tot 1492 namelijk, voordat al het land op de Moren was heroverd.
In het begin van die strijd zag ook het koninkrijk Portugal het levenslicht. Uit het gebied ten noorden van de rivier Douro werden de Moren relatief snel alweer verdreven, nog vóór de Reconquista goed en wel op gang kwam. De streek kreeg de naam Portucallis, genoemd naar een Romeinse nederzetting op de plek waar nu de stad Porto ligt. Portus Calidus betekent 'warme haven'. Koning Alfonso VI van Castilië, bijgenaamd el Bravo, de dappere, gaf Portucallis cadeau aan zijn schoonzoon, graaf Henrique van Bourgondië,
als dank voor zijn strijd tegen de Moren. In 1109 besloot Henrique dat zijn land voortaan onafhankelijk zou moeten zijn; Portugal was min of meer geboren. Zijn zoon Afonso I
breidde het grondgebied uit en werd in 1143 formeel koning van Portugal. Het land was nu geen vazalstaat meer van het Spaanse León-Castilië maar een onafhankelijk koninkrijk. Hij is daarmee de stichter van de Portugese monarchie. Om de onafhankelijkheid kracht bij te zetten, liet Afonso zich kronen door de aartsbisschop van Braga.
Gedurende een aantal eeuwen heerste het Huis van Bourgondië over Portugal. De laatste koning uit dat huis had alleen een dochter, en verder een halfbroer, João, die een tijdje regent werd.
Dat duurde tot 1385. João was inmiddels getrouwd met een kleindochter van de Engelse koning Edward III en stichtte als koning João I het Huis Aviz.
Daarmee kon Portugal twee eeuwen vooruit.
De laatste vorst in dat Huis van Aviz was koning Henrique die geen duidelijke opvolger had of had aangewezen. Portugal kreeg in 1580 koning Filips II van Spanje op de troon. In Portugal heette hij Filipe I.
In 1640 ontstond de vierde en laatste dynastie, het Huis van Bragança,
met om te beginnen koning João IV.
Zijn bijnaam: o Restaurador. Hij ondernam tal van binnenlandse hervormingen, bevestigde nog eens de heerschappij over Brazilië en Angola, stimuleerde de muziek en werd daarom wel de Vader van de Portugese muziek genoemd, o Pai da Musicologia Portuguesa.
Met het Huis van Bragança gaat Portugal de 17de, 18de en 19de eeuw door.
Aan het begin van de 20ste eeuw braken nieuwe tijden aan en brokkelde de macht en het gezag van het Portugese koningshuis af. De voorlaatste koning Carlos I en zijn zoon kroonprins Luis Filipe werden op 1 februari 1908 in Lissabon vermoord door republikeinen, wellicht aangemoedigd en ondersteund door groepen teleurgestelde politici en anti-monarchisten.
De twee daders werden meteen gepakt en vrij snel daarna gedood, wat een verder onderzoek naar de precieze motieven en achtergrond van de aanslag bemoeilijkte. Een andere zoon van Carlos, Manuel, volgde zijn vader op.
Maar de geest was uit de fles. De voorman van de Portugese Republikeinse Partij PRP sprak zijn afschuw uit over de aanslag en benadrukte dat een republiek langs vreedzame weg moest worden bereikt. Op 5 oktober 1910 pleegde de partij een breed gedragen staatsgreep die bekend werd als de Oktoberrevolutie.
Er vielen enkele tientallen doden en gewonden. De nog jonge koning Manuel II vluchtte naar Groot Brittannië. Portugal was monarchie-af en Teófilo Braga van de PRP
werd de leider van de nieuwe voorlopige republiek. In 1911 trad de eerste echte president aan:
Manuel de Arriaga, van de Partido Democrático.
Uit die revolutionaire periode stamt ook de huidige Portugese vlag,
met het traditionele wapenschild de escudo. De vijf witte puntjes in de schilden zouden staan voor de vijf wonden van Jezus, de kastelen voor de overwinningen tijdens het koningschap van Afonso III halverwege de 13de eeuw.
In januari 2016 is trouwens een nieuwe president gekozen en in functie getreden: de 67 jarige conservatieve politicus
Marcelo Rebelo de Sousa is de inmiddels 20ste president van Portugal.

Reacties