langs Porto's wateren

Dit laatste weekend ben ik in Porto, zoals wel vaker de stad waar ik mijn verblijf in Portugal afsluit. En natuurlijk had ik weer een kamer in mijn vaste Grande Hotel do Porto. 
Ik heb geen idee hoe vaak ik hier al ben geweest, om en nabij de 20 keer in de afgelopen acht jaar, schat ik.
Zo vaak in elk geval dat het personeel me inmiddels kent en me ook deze keer weer van harte welkom heet. Leuk toch?
Ik heb de indruk dat het centrum van Porto in de zomervakantie steeds voller wordt, met toeristen bedoel ik. Dat is een beetje waar meer grote steden in Europa en elders onder te lijden hebben. Onze eigen hoofdstad Amsterdam is er ook een van. Hoe vind je als stad een zinnig evenwicht tussen het vele geld dat toeristen in het (belasting)laadje brengen en het voorkómen van nog meer verpretparkisering en verplatting. Nu valt het in Porto nog mee, hoewel, als je je in rijen achter een lint moet opstellen 
om een bezoek te brengen aan boekhandel Lello met het beroemde interieur,
krab je je nog eens even achter de oren. 
In mijn eerste Portugese jaren ging ik altijd een espresso drinken of wat eten bij Café Majestic, ook min of meer wereldberoemd.  
Daar trof je de Portugese chic, het oude geld, kunstenaars, schrijvers, paradijsvogels en andere schilderachtige types. 
Er binnen komen is vrijwel niet meer mogelijk door de horden mensen voor de deur, en ik doe ook geen poging meer; zelfs het terras zit stampvol rugzaktoeristen. Het is jammer dat het bijzondere karakter, het cachet dat Majestic altijd had, verdwijnt. Buiten het seizoen zal er nog wel wat van over zijn.
Busladingen met bezoekers ook bij de kathedraal,
hele jongenskoren tegelijk.
Ik gun iedereen zijn vakantie, overal en altijd, zeker, begrijp me niet verkeerd. Maar ja, ik constateer ook het een en ander. En heel toevallig, of misschien wel niet, lees ik er vanochtend bij het ontbijt in het hotel op mijn smartphone zelfs een artikel over in mijn krant NRC, geschreven door Herman Vuijsje. Heel interessant.
Wat ik iedereen, die het centrum van Porto om die of andere redenen (tijdelijk) voor gezien houdt, kan aanraden: loop langs Porto's wateren, wandel langs de rivier en de zeekust. 
Al snel laat je dan namelijk de massa's toeristen achter je en kom je in kleine voorstadjes, met het uiterlijk van een dorpje, waar je voornamelijk onder de lokale bevolking bent en waar het heel aangenaam toeven is. Ik maak die wandeling vandaag, zaterdag, en neem er de hele dag voor.
Ik begin nog in de drukte bij de Ponte do Infante. Daar is 's zaterdags een grote rommelmarkt, 


ook redelijk authentiek, en in de zomermaanden veel levendiger en interessanter om te zien dan buiten het seizoen, wanneer er soms letterlijk een paar zakken oude troep op een kleedje worden uitgestort.
Nu zijn er heel wat dingen bij die ik zelf wel zou willen kopen, 

ter aankleding van mijn huis bijvoorbeeld. Maar ja, ik heb geen eigen vervoer en ben trouwens min of meer op de terugreis naar Nederland.
Vanaf die markt klauter ik via een trapstraatje van de werelderfgoedlijst naar beneden 

richting de volgende brug, de wereldberoemde dubbele, de Ponte Luís I, uit 1886.
Doet hij aan de Eiffeltoren denken? Helemaal goed gezien, eenzelfde soort constructie, de architect was een compagnon van Gustave Eiffel. 
Daar begint het allertoeristische gedeelte van Porto, met kraampjes met van alles en nog wat, die als je de omgeving even vergeet net zo goed in Milaan of Birmingham hadden kunnen staan. Leuk hoor om eens een keertje te bekijken, maar daar heb ik nu eens geen zin in. Massa's mensen aan het eten aan lange tafels. Ik laat mijn beurt voorbij gaan.

Snel door dus, verder langs de rivier naar het westen, richting de monding ervan en de Atlantische Oceaan. Over een smal paadje langs de gevels van de oude huizen die op het water kijken, langs wat parkeerterreinen, de landingsplaats van de helicopter waarmee je een rondvlucht kunt maken.



Je hoeft niet te zoeken, gewoon steeds maar rechtdoor lopen, en dan kom je zo langzamerhand weer in het echte Porto.
Heel dorps, kleine huisjes waar de was te drogen hangt,


kleine restaurantjes waar soms buiten op een grill de sardines worden gegaard, 
weinig verkeer, veel vissersbootjes, netten die te drogen hangen of liggen, 

en steeds weer dat mooie uitzicht over de rivier de Douro. Ik kan daarvan in elk geval erg genieten.
En hoe krijg je nou al die bootjes als het nodig is in of juist uit het water?
Nou gewoon, zo dus, met zo'n antiek hijskraantje.
Ik kom bij de monding van de rivier, de Atlantische Oceaan. Er zijn daar nog twee pieren waarover je een heel eind de zee in kunt wandelen. 
Er is een behoorlijke deining, en geregeld spatten de golven met veel geweld en schuim tegen het beton kapot. 
Logisch dat wandelaars wordt gewaarschuwd de pieren bij slecht weer niet te betreden. Lijkt mij ook niet zonder gevaar. 
Recht voor me heb ik de oceaan, achter me de kust naar het zuiden en de rivier de Douro, en daar langs kijkend, heel ver weg inmiddels, zie ik nog delen van Porto en Vila Nova de Gaia.
Ik wandel verder, loop dus nu langs de zeekust, 

nogal rotsachtig, hier en daar een strandje, veel begroeiing, veel palmen, echt Mediterraan.
Ook hier is het niet echt druk, ook niet op deze vrije (want een feestdag) zaterdag. Goed te doen, geen massatoerisme. 
Direct langs de kust zijn er wat restaurants, cafeetjes, soms zelfs een strandwacht, toiletten. Op een van de terrassen ben ik neergestreken om iets te nuttigen, uit de zon, in een verfrissend windje, met zicht op de zee.
Italiaans, met als mijn keuze: een uitgebreide en heel sappige, romige tagliatelle
Als ik verder loop, passeer ik het einde van de ongeveer 5 km lange Avenida da Boa Vista, 
nog een kunstwerk, 
een stuk boulevard, 


en dan ben ik bij de haven van Matosinhos, met wat tankers, wat industrie, een olieopslag, het eindpunt voor vandaag. Iedere weg rechtsaf slaan is goed, want dat brengt me naar het oude gedeelte van Matosinhos, 

naar de metro, en daarmee terug naar het centrum van Porto. Voor mij is het uitstappunt vandaag station Trindade.
Daar vlak achter, op de Avenida dos Aliados, recht vóór het gemeentehuis van Porto, het laatste water voor vandaag: een kunstwerk dat schuin aflopend in de straat is geplaatst, terwijl het water toch gewoon stil staat en niet weg stroomt. 
Mmm, hè? Het duurt toch een paar seconden voor ik snap wat ik zie.
Een heerlijke dag, de hele dag buiten, de hele dag water. Het was de tweede maal dat ik deze wandeling maakte, de vorige keer in tegenovergestelde richting.
Een aanrader, voor een ieder die eens wil kennis maken met een ander Porto, namelijk aan de waterkant.

Reacties

  1. Mooi en waar verhaal. Leuke plekjes te vinden buiten het centrum

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten