botanische tuin van Coimbra

Daar ben ik nou nog nooit geweest: in de botanische tuin in Coimbra. Dus toen het idee postvatte net als ieder jaar een dag met de streekbus naar Coimbra te gaan, werd de botanische tuin mijn belangrijkste reisdoel.
Nog steeds vertrekt om 09:15 uur de bus van maatschappij Rede Expressos van Figueiró dos Vinhos naar Coimbra, non-stop. 
Rede Expressos is een belangrijke speler bij het interlokale busvervoer in Portugal. Er ligt een fijn netwerk van snelle busverbindingen over het land, bij gebrek aan treinen die overal kunnen komen zoals bij ons. Kolossale bussen, met motoren die erop zijn gebouwd dagen achtereen topprestaties te leveren, die snel kunnen optrekken, snel remmen, en wc, tv, wifi, gereserveerde stoelen en airconditioning aan boord hebben. Onderin heel veel ruimte voor bagage. Kortom, niet te vergelijken met welke lijnbus in Nederland dan ook. Even na tienen kom ik in Coimbra aan. 
Natuurlijk bekijk ik ook andere dingen dan alleen die tuin. Zo meteen een aantal foto's om daarvan iets te laten zien. 
Maar de botanische tuin waarvoor ik dit jaar kom, valt mij eigenlijk tegen. Hij is mooi, zeker. Je kunt er doorheen wandelen, no problem. Maar wat heb ik nu eigenlijk voor bijzonders gezien, behalve een mooi aangelegd park? Ik zou het niet weten.


 

Veel palmbomen, met naamplaatjes op de stam. Tja, die bomen zie je hier altijd al heel veel. Flinke stukken van de tuin zijn gesloten voor het publiek. Ik weet niet waarom, jammer. Er is geen restaurant waar je bijvoorbeeld even kunt zitten en iets drinken, er is geen kas, nog niet, of even niet, hij staat in de stijgers. Maar ik zie geen bijzondere planten, gekoppeld aan historische ontdekkingsreizen uit de Portugese geschiedenis bijvoorbeeld, een relatie met de voormalige koloniën, speciale broedsels en groeisels... de botanische tuinen van Amsterdam en zeker Leiden zijn wat dat betreft spannender en informatiever
OK, het zij zo, dat weet ik dan voor de volgende keer.
Wel spannend... het gedeelte van de tuin speciaal voor sportievelingen: mensen die in bomen willen klimmen, van de ene tak naar de andere willen wandelen, voor hun veiligheid gezekerd met een kabel, enz. 

Toevallig is een groep bezig het hele parcours af te leggen. Een spectaculair gezicht.

Leuk om te zien, als iemand die dit allemaal zelf nooit meer zal doen. Ook in dit gedeelte van het park is trouwens een groot stuk van het parcours afgesloten voor het publiek.
Nog iets vreemds, ik noemde het al: nergens is enige versnapering te krijgen. Veel bezoekers zullen, net als ik, behoefte hebben gehad aan iets koels, een flesje water, limonade, koude thee, maakt niet uit wat. Niets van dat alles. 
Maar ik heb nog meer van Coimbra gezien. 
De Sé Velha, de oude kathedraal, en het ernaast gelegen klooster.
Ze blijven mooi, elke keer opnieuw.
 Ik ben niet de enige die hier fotografeert.
Als je wilt, word je daar in de kloostergang zelf ook gefotografeerd. Studenten maken een opname, printen die razendsnel, stoppen hem in een fotoboek over Coimbra, en bieden dat jou te koop aan. 
OK, ik werk mee. Dat fotoboek, met onder meer mijn foto en een cd met fado, is bedoeld als steun voor de renovatie van het gehele complex. Dus vooruit maar...
Een leuke herinnering compleet met bewijsfoto.

Natuurlijk klim ik nog verder door de smalle straatjes van de oude stad omhoog naar het bloedhete plein van de universiteit, bij de antieke kapel, klokkentoren en bibliotheek. 



Dit jaar heb ik geen entreetickets gekocht. Misschien over een tijdje weer eens. Ik was namelijk niet de enige, de rij voor de kassa stond tot buiten het gebouw.
Ik heb wel wat meer dan voorheen daar in de buurt over het universiteitscomplex rondgelopen, met een paar studenten gesproken, en de wiskundefaculteit gevonden. 
In de hal van het gebouw een wat knullige collage met weinig lijkende portretten van grote voormannen wat dit vak betreft als Euler en Riemann. Ook de gevel naast de ingang is opvallend.


Met wat formules en grafieken.
Een leuke wandeling is te maken langs de rivier de Mondego, een stuk dat ligt tussen twee bruggen in. 
Aan de ene kant heen, aan de andere terug. Er zijn daar wat café's en restaurants gekomen
met terrassen aan het water, en een Portugese en Japanse vlag naast elkaar. Portugal was lange tijd het enige westerse land dat toegang kreeg tot het feodale Japan, begin 16de eeuw, vooral om handel te drijven. Dat was nog weer zo'n 100 jaar voordat Hollanders en de VOC die toestemming werd verleend, van 1641 tot 1859. Maar dat terzijde, meer daarover is hier te vinden. Verder met de wandeling.
Er wordt wat gezwommen en gesurft, 

er zijn bootjes, aanlegsteigers
En op de achtergrond altijd de bekende aanblik van het oude centrum van Coimbra. 
Helemaal boven dus die universiteit uit 1290. 
De klokkentoren ervan steekt altijd boven alles uit.
Eind van de middag, ik wandel terug naar het busstation. Het is er een komen en gaan van bussen, een gedrang van reizigers, en een luidsprekerstem die elk aanstaande vertrek nog eens krakend bekendmaakt. 
Veel drukker dan het iets verderop gelegen treinstation van Coimbra, waar soms in een heel uur volgens de dienstregeling vrijwel niets aankomt of vertrekt. 
Mijn bus, viatura 9 (die nummers maken het makkelijk de juiste te vinden, omdat de aangegeven eindbestemming niet altijd de plaats is waar jij als reiziger ook heen moet) staat al klaar. Instappen dus. 
Mooi op tijd, half zeven, vertrekken we. Dus over een goed uur ben ik weer thuis.

Tot slot, voor ik het vergeet. 
Natuurlijk was ik daarstraks ruim op tijd terug bij het busstation, officieel geheten Terminal Rodoviário de Coimbra, te vinden aan de Avenida Fernão de Magalhães. Prachtig toch? Het is een flink eind lopen vanuit het stadscentrum en je weet nooit wat er gebeurt, of wat onderweg nog interessant is om even te bekijken. Nu liep ik in één ruk door, had daardoor ineens drie kwartier over, en besloot nog wat te nuttigen bij het deels in en naast het station gelegen restaurante Neptuno, 
een beetje het ouderwets soort wegrestaurant waar de reiziger nog snel een veel te zoete, te vette of te zoute snack, of een bord eten tot zich kan nemen, voordat hij een paar uur in een bus zit uit te buiken. Ik nam plaats op het terras ervóór, lekker uit de zon, in een fris windje, met uitzicht op de komende en gaande mens met z'n bagage. Regelmatig kwam er een vertrekkende bus door de poort van binnen naar buiten de straat op gereden.
Een broodje presunto leek me wel wat, rauwe ham, heerlijk, versierd met twee glazen koele witte wijn. Geen slecht idee, ik had toch nog de tijd. 
En dan ben ik altijd benieuwd wat mij dat nou kost. De ober bracht de rekening: €4,60. Ja, dit is de grote stad, een druk station bovendien, bij mij op het platteland kan het voor nog minder. Ik maakte het af op €5 want dat geeft zo makkelijk terug, en liet hem de fooi. Ik blij, hij blij, echt een win-winsituatie. Al met al een mooie afsluiting van de dag en zoals bekend: eind goed is al goed.

Reacties