terug van weggeweest

Na 5 maanden ben ik weer onderweg naar mijn huis in Portugal. Februari was het dat ik daar voor het laatst bivakkeerde. Toen met weinig zon, zware bewolking, af en toe regen, veel vocht in de lucht, dus kil en klam in huis. Nu in de zomer is het altijd veel beter, ideaal.
Met de Intercity Direct reis ik binnen een half uur van Rotterdam naar Schiphol. Ingecheckt heb ik al, dus in principe kan ik zo doorlopen. Natuurlijk wel even langs de body- en bagagescan. Waarschijnlijk door de vakantiespreiding is het daar absoluut niet druk. Moest ik in de voorjaarsvakantie nog tussen drommen andere mensen in een lange kronkelende rij voetje voor voetje richting het scanapparaat schuifelen, nu was ik er in no-time doorheen. En veilig bevonden. 
Op naar gate B27 waar nu nog een toestel van de Poolse luchtvaartmaatschappij LOT staat met bestemming Warschau. Dan zijn wij aan de beurt, TAP vlucht TP663 vertrek 11:45 naar Lissabon.
Op internet heb ik al ontdekt dat het toestel voor deze dagelijkse vlucht 's ochtends rond 7 uur vanuit Lissabon naar hier vertrekt. Daarvóór is het die dag nog niet gebruikt. Dat is gunstig. Want bijvoorbeeld eind van de middag begin van de avond heeft een vliegtuig dikwijls al kriskras door Europa gevlogen en daarbij soms de nodige vertraging opgelopen. Nu is de kans daarop klein. En inderdaad, mooi op tijd landt de Airbus van TAP op Schiphol. Nadat de passagiers die erin zitten zijn uitgestapt, kunnen wij plaatsnemen en de lucht in. In een kleine drie uur vliegen, waarin ik veel lees en een drankje en een broodje gezond nuttig, brengt TAP ons naar Portela, zo heet het vliegveld. 
We stappen dit keer gelukkig nu eens niet ergens midden op het platform uit zodat je nog een busrit naar de aankomsthal moet maken. Via de slurf lopen we zelf het gebouw binnen. Het vliegveld van Lissabon vind ik op sommige gedeelten nogal chaotisch, smal, klein, met onhandige bewegwijzering en lange te lopen afstanden. 
Buiten is het schitterend weer, een strakblauwe lucht, ongeveer 35 graden, en dat voel je. In een half uurtje wandel ik als altijd naar treinstation Oriente, de schepping van architect Santiago Calatrava. Het gebouw en de gebouwen er omheen zijn indrukwekkend, er is een gigantisch winkelcentrum waar je de tijd die je op je trein moet wachten kunt doden. 


Desnoods in een voor ons wel heel bekende winkel. 
Wat ik me weer eens realiseer: het eigenlijke station, de hal, de ruimte voor de reizigers, stelt architectonisch eigenlijk heel weinig voor. Het is een vrij donkere en sombere ruimte met wat bankjes, palen met dienstregelingen, en los staande huisjes voor tickets en informatie. 
Verder grauw beton. Weer een etage hoger de perrons en de sporen met daarboven dat bijzondere dak. Wél de moeite waard. 
Verder valt het me op dat er op de perrons zelf maar heel weinig zitplaatsen zijn. Dat betekent staan voor de meeste mensen.
De trein brengt me naar Pombal, mijn broer Paul staat daar klaar met de auto, en via de supermarkt voor de eerste boodschappen gaat het dan richting Figueiró en zo naar mijn huis.
Alles ligt er goed bij, alleen een oude aardewerken olijvenpot, ooit cadeau gekregen van Ada, heeft de winter niet overleefd en is in tweeën gebroken. Wel zodanig dat je hem gewoon kunt laten staan, nu met een nieuwe 'schaal' ernaast. 
De voortuin ziet er prachtig uit, schoongemaakt door Liedewij en Jolein van camping Quinta da Fonte. Binnen in huis is er vorige maand nog schoongemaakt door mijn logees en oud-collega's Paul en Josephine, die hier al jaren een paar weken in juni doorbrengen. Met een zachte bezem veeg ik het weinige stof dat er ligt aan de kant. 
Ziezo, klaar voor mijn vakantie. Na de post te hebben gesorteerd, 
heb ik zin in, en het is er de tijd voor, een lekker glas Portugese wijn. Geen topmerk, maar gewoon uit mijn voorraadje slobberwijnen. Niks mis mee, prima drinkbaar.

Reacties