diner bij de dames

Als je eens een avond niet zelf wilt koken, zijn er in Figueiró dos Vinhos en naaste omgeving talloze eetgelegenheden: van een eenvoudige maar niet minder smakelijke kippengrill annex pizza-afhaalbar (waar je trouwens ook ter plekke kunt plaatsnemen en eten) tot een wat luxer restaurant met typisch Portugese gerechten en een flinke keuze aan wijnen, en dat nog steeds voor schappelijke prijzen. 
Maar je kunt ook naar Fontainhas gaan, een dorp met maar één adres, namelijk dat van de camping Quinta da Fonte, en maar twee inwoners, te weten Liedewij en Jolein. 
Als je je van tevoren even telefonisch of per sms meldt, wordt er rekening gehouden met je komst en kun je mee-eten met een aantal campinggasten dat zich daarvoor dagelijks ook opgeeft. Om 7 uur is het borrelen, om 8 uur diner, altijd buiten op het terras, onder een pannendak voor het geval het regent (wat in de zomer zelden voorkomt).
Vanavond toog ik erheen. Ik ga lopen en dat betekent ongeveer 55 minuten heen en eind van de avond diezelfde 55 minuten terug.
Het is een mooie route. Eerst via een verharde weg tot aan Carapinhal, van daar is het nog ongeveer 2 kilometer 
over een zandweg door het bos 
en langs de hellingen van de berg omlaag tot in het dal. 
De huizen van de Quinta zijn al vanaf een behoorlijke afstand te zien 
en steeds komen ze dichterbij.
's Avonds als je van daar in het donker terug loopt en achterom kijkt, zie je de lichtjes van de paar lantaarnpalen en het huis zelf steeds verder weg, en zwakker worden. Of alleen nog als lichtschijnsel in de bomen. Een schitterend gezicht en niet goed op een foto vast te leggen. 
De huizen van Quinta da Fonte liggen direct langs de weg, de tenten staan nog lager, echt helemaal in het dal waar ook een riviertje stroomt.
De ontvangst is als altijd hartelijk. We hebben elkaar een jaar niet gezien, de dames en ik, maar de gesprekken gaan door alsof we elkaar gisteren voor het laatst zagen, in plaats van iets minder dan 365 dagen geleden.


Het aangename van daar eten is: je zit met een aantal (meest Nederlandse) kampeerders samen met wie je tot leuke en interessante gesprekken komt. 

Mijn gesprekspartners van vanavond: een moeder met twee dochters uit Amsterdam, een was net geslaagd voor het gymnasium met wiskunde-A in haar pakket, de ander ging naar 5gym met wiskunde-B; aan de andere kant van mij een jong stel uit Antwerpen, zij lerares Nederlands, hij student medicijnen met een voorkeur voor kinderpsychologie; en dan zat in mijn buurt nog een van de vrijwilligers, een meisje uit Schotland, dat kort geleden ook mijn voortuin had schoongemaakt. Praten met mensen die je waarschijnlijk nooit meer zult zien, leidt vaak tot meer en onverwachte ontboezemingen.
En Liedewij kan  koken... heerlijk. Vanavond vooraf een meloensalade met brokjes zachte kaas, en sla met van alles erop en eraan, samen met dikke sneden Portugees brood. De hoofdmaaltijd: gegrilde sardines,
bonen met champignons, gehaktballetjes, couscous met allerlei groenten, en sla. Toe was er ijs met chocolade en vlierbessen van eigen kweek. En daarbij natuurlijk wijn en/of water, en koffie desgewenst met likeur na.
Na een tijdje zoekt een aantal kampeerders, vooral met kleine kinderen, hun tent al op. Wij blijven allemaal nog doorpraten. Liedewij vertelt nog eens van de twee branden die de directe omgeving zo'n anderhalf jaar geleden teisterden. En welke 1000 angsten ze heeft uitgestaan.
Even na elven nemen we allemaal hartelijk afscheid. Nu begint mijn terugreis. Het is een mooie avond, wat wolken, een fel schijnende maan, en verder het donkere bergpad terug naar Carapinhal. Hoewel, eenmaal gewend aan de duisternis, zie je veel meer dan je misschien zou verwachten. Een zaklantaarn heb ik wel altijd bij me, maar meer voor noodgevallen, want normaal gesproken is hij niet nodig. Ik heb hem in ieder geval geen enkele keer aangeschakeld.
Het bos rondom me kreunt en zucht, bomen kraken, takken ritselen. Ik bedenk dat in de zeven jaar dat ik Liedewij en Jolein via deze weg bezoek, ik maar één keer andere mensen ben tegengekomen, namelijk... Liedewij en Jolein zelf. Verder zag ik hier nooit één levende ziel. Een dode trouwens ook niet. Maar wie weet huizen er wel dieren in het bos die ik nu hoor zonder ze te herkennen. Het grootste zoogdier dat ik hier in de vrije natuur ooit zag, was een rat, bij mij thuis. Er moeten grotere zijn, mijn broer zag ooit herten, 's nachts. Ook al zie ik er geen, het is buiten al met al in één woord schitterend vannacht.
Weer in de bewoonde wereld van Carapinhal merk ik dat in sommige huizen nog licht brandt. De meeste mensen zullen echter al naar bed zijn en slapen. Dat ga ik dadelijk natuurlijk ook doen. Maar niet voordat ik heb besloten dat ik daar nog wel een paar keer ga eten vóór mijn terugkeer naar Nederland.
Een link naar de website van Quinta da Fonte vind je hier.


Reacties