lepeltje-lepeltje in de Airbus

Vandaag na een half jaar weer naar Portugal. In augustus was ik voor het laatst in m'n huis, samen met Ada en Pieter. In de herfstvakantie, die ik meestal in Figueiró doorbreng, reisde ik dit maal naar Italië, het Gardameer en omgeving, samen met mijn broer Paul en zwager Sean. Als kleine jongens waren Paul en ik daar met onze ouders geweest, in 1962 voor het laatst. Een halve eeuwigheid geleden. Het was werkelijk fantastisch alles weer te zien, in grote lijnen onveranderd, en de natuur nog steeds even prachtig als destijds.
Maar goed, genoeg daarover, dit blog gaat immers over Portugal.
Vandaag als gezegd weer naar Portugal, en nu ook vanuit mijn nieuwe woonplaats Rotterdam. Dus naar Schiphol met de Intercity Direct, de binnenlandse opvolger van de grote mislukking en miskoop van de NS, de Fyra. Een prachtige verbinding. Je betaalt een kleine toeslag, maar dan heb je ook wat en sta je vanuit Rotterdam non-stop binnen een half uur op de luchthaven.
De helft van Nederland heeft vandaag vakantie gekregen. Het is druk op Schiphol. Ik ben blij vroeg te zijn en me niet te hoeven haasten. Het duurt namelijk wel eventjes voordat ik door de security heen ben. Als in het computerspel Snake worden we richting bodyscan en luggagescan gedreven. Het kost tijd, dat wel, maar ik heb er eigenlijk niet zoveel tegen.
In tax-free-shopping heb ik niet zo'n zin, bovendien heb ik niets nodig. En een beetje prijsbewust moet je echt wel zijn. Sommige producten zijn daar gewoon verschrikkelijk duur. Vermenigvuldig bij een doodnormaal Gouds kaasje het bedrag dat je op een willekeurige Nederlandse markt betaalt maar rustig met een factor 3. Dus begeef ik me maar meteen naar gate B13, waar op dat moment passagiers instappen voor een vlucht naar Wenen. Ik neem er plaats om in alle rust de krant door te nemen en te wachten op de dingen die komen gaan.
Met een vertraging van bijna een uur vertrekken we met TP663 richting Lissabon. Ik zit naast twee jonge mannen die voor de zoveelste keer een weekje Lissabon gaan doen. Ze hebben in de afgelopen jaren heel wat van de stad gezien. We kunnen wat ervaringen uitwisselen en over onze Portugese belevenissen vertellen, altijd leuk
Nog nooit had ik trouwens zo weinig beenruimte, terwijl ik toch vaker met zo'n Airbus heb gevlogen, ook met TAP.
Ik zit gewoon min of meer klem, of moet helemaal wijdbeens gaan zitten, knietje wrijven met de buurman, die daar geloof ik niets op tegen heeft. Maar dat terzijde. Als de passagier vóór mij dan ook nog z'n rugleuning onderuit zet, in de slaapstand, ben ik helemaal blij geen last te hebben van claustrofobie. Passagiers rondom me heen in het vliegtuig zijn dezelfde mening toegedaan. Zijn in dit toestel de rijen soms dichter op elkaar gezet, zodat er meer mensen mee kunnen? Of verbeelden we het ons alleen maar. En dat niet eens in zo'n wat kleine Fokker-100 die TAP op de route Amsterdam - Porto inzet, waarmee ik nog veel vaker heb gevlogen, en waar dit niet speelt. Nee, een fatsoenlijke Aibus A321. Niks mis mee, normaal gesproken. Dus wat er nu precies aan de hand is...
Nou ja, vooruit maar, er is weinig anders aan te doen dan de tweeënhalf uur rustig en gedisciplineerd uitzitten. Niet meer dan een luxeprobleem. Toch?
In Lissabon is het mooi weer als we landen. Er staat veel wind en we slingeren en schudden via de baai vanuit het zuiden komend naar beneden. Het blijft enerverend, dat vliegen, en vooral het opstijgen en landen. Fantastisch. Veilig en wel staan we even later allemaal in de aankomsthal.
Vanwege het mooie weer besluit ik zoals meestal naar het treinstation Oriente te gaan lopen. Ik heb nog anderhalf uur voordat mijn trein vertrekt en de wandeling duurt ongeveer een half uur. Prima dus.
Het valt me op dat het nieuwe hotel vlak bij Lissabon Airport klaar en open is.
Volgens mij is dat het enige echte hotel in de buurt, net 100 meter er vandaan, schat ik. Ik heb het ontbreken ervan altijd vreemd gevonden, voor de hoofdstad van een West Europees land.
De andere kant op kijkend, zie ik in de verte al het doel van mijn tocht:
station Lisboa Oriente, de opvallende schepping van de Spaanse architect Santiago Calatrava, geopend in 1998, ten tijde van Expo '98.
Het is en blijft een bijzonder station. Veel meer eigenlijk dan dat, want er zijn ook winkels en winkelcentra, eetstalletjes, restaurants, er is een boekenmarkt.


Mijn intercity vertrekt om 15:39, mooi op tijd, en rolt ruim vijf kwartier later, om 17:03, het stationnetje van Pombal binnen. 
Paul en Sean halen me af. We doen boodschappen, rijden naar Figueiró dos Vinhos, en eindigen daar in de kippengril. Altijd lekker. En frango is zó Portugees.


Reacties