Fatima

Een van de dochters van mijn overburen is Fatima. Ze werkt in Figueiró dos Vinhos  bij de bank waar ik een rekening heb, de Banco Espirito Santo.  Ik zeg altijd een beetje gekscherend: veiliger dan daar kan je geld niet zijn, als de Heilige Geest zélf erover gaat...
Afgelopen week was ik bij haar op het nieuwe kantoor. Het is policy van de bank dat elke accountmanager, want dat is ze dus eigenlijk van mij, minstens één keer per jaar contact heeft met elk van zijn of haar cliënten. Eerst stond het idee me tegen, dat praten over geld en wat je ermee moet. Nu ik zo’n gesprek een paar keer heb meegemaakt, spreekt het systeem mij eigenlijk wel aan, het contact maakt het klant-zijn persoonlijker, servicegericht,  je hoort nog eens wat, je krijgt advies en kunt ten alle tijden ook gewoon “nee” zeggen. Ik heb een nieuwe spaarrekening geopend. En we bespraken alvast wat we zouden kunnen gaan doen als mijn huidige volgend jaar juli afloopt. Dat is een driejarige rekening met een rente oplopend tot ruim 5% in dit laatste jaar. Niet slecht. Volgende zomervakantie praten we ongetwijfeld verder.


Vanmorgen had ik nog wat boodschappen gedaan bij de supermarkt Mini Preço (de naam lijkt mij voor zich te spreken) waar ik niet vaak kom omdat hij ongunstig ligt ten opzichte van de locatie van mijn huis. Als je de route lopend moet afleggen tenminste, zoals ik. Maar ik was in Figeuró, zaterdag marktdag immers, in de buurt van die supermarkt, dus ik erheen. Bij het afrekenen had ik niet in de gaten dat Fatima net binnen kwam, met haar twee dochters. Toen ik naar huis wandelde, haalde ze me met de auto in en kreeg ik een lift.


We reden naar haar eigen huis, vijf minuutjes lopen van het mijne vandaan. Een geweldig huis, twee garages en carports, een extra gebouw in de tuin met een gigantische en compleet ingerichte ‘zomerkeuken’ zoals ze het noemde, zodat je ’s zomers alles bij de hand hebt en niet telkens het gewone huis in hoeft, een BBQ met ook weer een soort keukentje erbij, en nog een groot stuk land op een gedeelte waarvan het een en ander wordt verbouwd. Met een grote plastic tas vol groenten keerde ik huiswaarts: een gigantische 30 cm lange en 10 cm dikke courgette




kleine komkommers, een tomaat, een rode biet (aan het loof te zien dacht ik eerst dat het rabarber was, totdat ze de knol uit de aarde trok), citroenen. 


Amper allemaal vast te houden.


Ik kan dus weer dágen vooruit. De mensen zijn hier erg gul en gastvrij.

Reacties