Lissabon in 23 uur

De titel van dit bericht suggereert misschien dat je iets van deze stad zou kunnen doorgronden in 23 uur. Geen sprake van natuurlijk. Maar méér tijd had ik niet, dus ik moest het ermee doen.

Samen met vriend Pieter, die mij de laatste 10 dagen van de vakantie gezelschap hield, reisde ik per taxi naar Pombal, per trein naar Lissabon en met de metro naar station Rossio. Op het gelijknamige plein hadden we een nachtje hotel geboekt.


We deden dat in eerste instantie alleen maar om zonder gehaast en gestress op het vliegveld aan te komen voor de TAP-vlucht van vanmiddag 13:10 naar Amsterdam. Vanmorgen pas weg gaan van mijn huis en dan die middagvlucht halen, betekent dat er helemaal niets mis mag gaan tijdens de reis, geen drukte bij de taxistandplaats, geen treinvertraging, enz. Waarom jezelf dat aandoen? Dus werd het reizen naar Lissabon één dag vervroegd naar gisteren, zodat we vanochtend in alle rust met een half uurtje metro op de luchthaven konden zijn.
Die metroverbinding is trouwens gloednieuw, geopend 17 juli j.l.


Het is een verlenging van de Linha Vermelha vanaf station Oriente, heel makkelijk voor al die toeristen (en alle anderen) en vreemd dat het zo lang heeft moeten duren.
Porto, de tweede stad van het land, ken ik heel goed; ik ben er misschien al wel 10 keer een aantal dagen geweest. Van Lissabon kende ik tot nu toe alleen vliegveld Portela. Lissabon is veel groter, grootser ook, dan Porto, met veel grandeur, enorme gebouwen, gigantische pleinen waar omheen het verkeer raast, fonteinen, standbeelden van historische helden op paarden, enz.




Veel meer dan wat rondlopen, alles in ons opnemen, kijken bij de baai van de Taag,


ons laten imponeren door de mensenmassa's en het drukke verkeer, konden we niet doen.

Wij zaten in Baixa, het deel van de stad dat door de grote aardbeving in 1755 was verwoest en onder de bezielende leiding van de Markies van Pombal in een strak stratenplan was herbouwd. Daar tegenaan ligt Alfama en dat toont een heel ander Lissabon. Gelukkig hadden we tijd om daar ook wat rond te kijken. Een wirwar van smalle straatjes, steegjes, soms in de vorm van trappen, heuveltje op, heuveltje af, je kunt er haast niet anders dan verdwalen. Ons overkwam dat ook.


Maar je bent wel een schitterende ervaring rijker, na het zien van al die kerken, de kathedraal van de stad, de hoeren, de vele eethuizen met fado, de kinderen die op de straatjes spelen, de volwassenen die in de voordeur of aan een plastic tafeltje hun biertje of wijntje drinken.
Ik heb er al eerder over geschreven en ook hier komt het bij me op: wat betekent in onze ogen pittoresque voor de direct betrokkenen? Om die vraag te beantwoorden zijn 23 uren inderdaad te kort. Of is m'n eerste blik hier een daalder waard?

Reacties