een week in Alentejo

Samen met Ada, die per auto uit de Algarve kwam, trok ik de afgelopen week door de provincie Alentejo. We begonnen maandag j.l. in Grândola, eigenlijk alleen maar omdat dat plaatsje voor mij met de trein vanuit Pombal makkelijk te bereiken was. Even overstappen in Lissabon Oriente, met ongeveer anderhalf uur de tijd om dat station en de omgeving ervan te bekijken: Parque das Nacões, een hele stadswijk ontworpen en gebouwd voor de Expo 98. Toen verder per trein, over de Taag en richting Faro. In Grândola wachtte Ada me op het perron op. Een leuk hotel, mooie kamers. We verkende de kust, wat badplaatsjes. En bezochten de markt in Grândola zelf. Veel vis. Uiteraard. Gewillig werd er voor de fotograaf geposeerd.


Alentejo is bekend om z'n kurk, wijn, marmer en olijven. Je hoeft niet ingewikkeld te doen om dat te zien. Overal waar je rondrijdt uitgestrekte gebieden met kurkeiken of olijvenbomen. Rondom de stad Borba enorme steengroeven. En we zagen onderweg veel runderen. In mijn gebied in Portugal zie je alleen schapen en geiten.


Dinsdagmorgen naar Beja, een mooie stad, met een schitterend klooster.


Eind van de middag kwamen we aan in ons tweede hotel waar we twee nachten zouden blijven: in Évora. Een middeleeuwse stad die in hoge mate bewaard is gebleven. Oude straatjes, ontoegankelijk voor auto's, kerken, een kathedraal, de resten van een romeinse tempel. En een schitterende universiteit, waar je als toerist gewoon in en uit kunt lopen om de gebouwen en binnenplaatsen te bekijken.




We konden zelf een collegezaal bezichtigen waarvan de deur op een kier stond. Dus wij naar binnen.

We besloten gisteren nog een dag in Alentejo te blijven en vanuit Évora boekten we een hotel in het wat noordelijker gelegen Elvas, op 5 km van de Spaanse grens. Wat is dat toch allemaal makkelijk te doen, gewoon eventjes op internet en 5 minuten later zijn de kamers gereserveerd.
Elvas is ook middeleeuws, met opnieuw veel Moorse invloeden, maar hier ook Spaanse. Weer een prachtig hotel,


op 5 minuten lopen vanaf het historische centrum van het stadje. Met kamers die wel iets weg hadden van een zaal in een kasteel.


Op deze foto is nog maar ongeveer een derde van de kamer te zien. En dan heb ik het nog niet gehad over de badkamer. Kosten: €59 per nacht, dat is naar Nederlandse maatstaven toch geen geld?

Vanmorgen moesten we terug naar m'n huis in Figueiró dos Vinhos. Met een omweg en langs mooie landelijke wegen natuurlijk.



En we moesten uiteraard de Taag weer over,


die ik een aantal dagen daarvoor per trein bij Lissabon was gepasseerd.
Zo verlieten we de Alentejo, een wat arme en verlaten provincie van Portugal. Maar wat een natuurschoon, lekkere maaltijden, frisse vinho branco. Ook hier weer, volstrekt ten onrechte dus, vrijwel geen toeristen.

Reacties